kamenierde
Nederlands
Woordafbreking
- ka·me·nier·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kamenieren |
kamenierde
- enkelvoud verleden tijd van kamenieren
- Ik kamenierde.
- Jij kamenierde.
- Hij, zij, het kamenierde.
- Ik kamenierde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.