kalandert
Nederlands
Woordafbreking
- ka·lan·dert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kalanderen |
kalandert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalanderen
- Jij kalandert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalanderen
- Hij kalandert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van kalanderen
- Kalandert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.