kaden
Nederlands
Woordafbreking
- ka·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kaden |
kaadde |
gekaad |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kaden
- overgankelijk een oever van een kade voorzien
- Simpele polderjongens hebben de dijken opgeworpen, gedempt en gegraven, gekaad en gepolderd, [kortom] het harde, zware werk gedaan.[1]
Gangbaarheid
- Het woord kaden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kaden' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.