justify

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to justify
he/she/it justifies
verleden tijd justified
voltooid
deelwoord
justified
onvoltooid
deelwoord
justifying
gebiedende wijs justify

Werkwoord

justify

  1. rechtvaardigen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.