jamiem noraïem

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ja·miem no·ra·iem
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

jamiem noraïem mv

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) benaming voor Rosj Hasjana en Jom Kipoer
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) (bij uitbreiding ook:) periode van tien dagen waarbinnen de jamiem noraïem vallen, eigenlijk: aseret jemee tesjoeva
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'jamiem noraïem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.