inwonnen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·won·nen

Werkwoord

vervoeging van
inwinnen

inwonnen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inwinnen
    • ...dat wij inwonnen. 
    • ...dat jullie inwonnen. 
    • ...dat zij inwonnen. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.