interrogeer
Nederlands
Woordafbreking
- in·ter·ro·geer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
interrogeren |
interrogeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interrogeren
- Ik interrogeer.
- gebiedende wijs van interrogeren
- Interrogeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interrogeren
- Interrogeer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.