interneerde
Nederlands
Woordafbreking
- in·ter·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
interneren |
interneerde
- enkelvoud verleden tijd van interneren
- Ik interneerde.
- Jij interneerde.
- Hij, zij, het interneerde.
- Ik interneerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.