interageerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·ageer·de

Werkwoord

vervoeging van
interageren

interageerde

  1. enkelvoud verleden tijd van interageren
    • Ik interageerde. 
    • Jij interageerde. 
    • Hij, zij, het interageerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.