integreert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • inĀ·teĀ·greert

Werkwoord

vervoeging van
integreren

integreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van integreren
    • Jij integreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van integreren
    • Hij integreert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van integreren
    • Integreert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.