impulseert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·pul·seert

Werkwoord

vervoeging van
impulseren

impulseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impulseren
    • Jij impulseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van impulseren
    • Hij impulseert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van impulseren
    • Impulseert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.