huldigen
Nederlands
Woordafbreking
- hul·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘eer bewijzen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1654 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
huldigen |
huldigde |
gehuldigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
huldigen
- overgankelijk iemand hulde of eer bewijzen
- Het Nederlands Elftal werd uitgebreid gehuldigd op de Grote Markt te Haarlem.
- Nemo wilde liever niet gehuldigd worden. Maar hij voelde wel, dat hij hier niet onderuit kwam. [2]
Gangbaarheid
- Het woord huldigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'huldigen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "huldigen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 106
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.