hossen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hos·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘elkaar arm in arm vasthoudend dansen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hossen
hoste
gehost
zwak -t volledig

Werkwoord

hossen

  1. inergatief in groep springen en dansen
    • Wij zijn dol op de bossen. Daar kunnen we hossen, daar kunnen we klossen. 

Gangbaarheid

  • Het woord hossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.