hijgerig
Nederlands
Woordafbreking
- hij·ge·rig
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding hijgen {{suff|nld|-erig]]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hijgerig | hijgeriger | hijgerigst |
verbogen | hijgerige | hijgerigere | hijgerigste |
partitief | hijgerigs | hijgerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
hijgerig [1]
- op een opgewonden manier
- Dol op een terrasje, maar geen zin in zo'n hijgerig De Pijpterras? Pak dan tien minuten de trein naar Weesp. In een kwartiertje zit je op een zonnig terrasje aan de Vecht, voor een pilsje en een bitterbal, mét relaxt uitzicht. En als je dan toch in Weesp bent, haal dan vooral een lekker ijsje bij beroemde ijswinkel Nelis. [2]
- Er barstte in oktober online een beweging los. #MeToo was groot nieuws en nieuws groeit dankzij ophef. Er waren schandalen, mensen werden ontslagen, maar dat was onvoldoende voor de zucht naar spektakel. Kranten, maar vooral talkshows willen meningen. En dus deed iedere columnist en commentator zijn of haar plasje erover, al dan niet aangemoedigd door hijgerige redacties. [3]
- snel ademend door inspanning
Synoniemen
- [2] kortademig,
Afgeleide begrippen
- [1] hijgerigheid
Gangbaarheid
- Het woord hijgerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hijgerig' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 30 APRIL 2018 Drones en 25 jaar Droog: dit zijn onze weektips
- Het Parool 31 DECEMBER 2017 'Haal #MeToo uit media-arena'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.