heulen
Nederlands
Woordafbreking
- heu·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘samenspannen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1590 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
heulen |
heulde |
geheuld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
heulen
- inergatief (in het geheim) met de vijand samenwerken of ideologisch mee eens zijn
- Hij heult met de vijand.
Gangbaarheid
- Het woord heulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'heulen' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.