havent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·vent

Werkwoord

vervoeging van
havenen

havent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van havenen
    • Jij havent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van havenen
    • Hij havent. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van havenen
    • Havent! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.