gênant
Nederlands
Woordafbreking
- gê·nant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verlegenheid wekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- Leenwoord uit het Frans.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gênant | gênanter | gênantst |
verbogen | gênante | gênantere | gênantste |
partitief | gênants | gênanters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gênant
- schaamte of verlegenheid opwekkend
- Jeetje, dat was echt een gênant moment.
Gangbaarheid
- Het woord gênant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gênant' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.