gruw
Nederlands
Woordafbreking
- gruw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gruwen |
gruw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gruwen
- Ik gruw.
- gebiedende wijs van gruwen
- Gruw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gruwen
- Gruw je?
Gangbaarheid
- Het woord gruw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gruw' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.