grijsrijdt
Nederlands
Woordafbreking
- grijs·rijdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grijsrijden |
grijsrijdt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden
- ... dat jij grijsrijdt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden
- ... dat hij grijsrijdt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.