gniffel
Nederlands
Woordafbreking
- gnif·fel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gniffelen |
gniffel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gniffelen
- Ik gniffel.
- gebiedende wijs van gniffelen
- Gniffel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gniffelen
- Gniffel je?
Gangbaarheid
- Het woord gniffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.