gezien
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gezien (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /χəˈzin/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈzin/
Woordafbreking
- ge·zien
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1921 [1]
- vervoeging van zien: de stam met omvoegsel ge- -en
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gezien | geziener | gezienst |
verbogen | geziene | gezienere | gezienste |
partitief | geziens | gezieners | - |
Verwante begrippen
- naar aanleiding van
Gangbaarheid
- Het woord gezien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gezien' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "gezien" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- gezien op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.