gewent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·went

Werkwoord

vervoeging van
gewennen

gewent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewennen
    • Jij gewent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewennen
    • Hij gewent. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van gewennen
    • Gewent! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.