geschept

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schept
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
scheppen

geschept

  1. voltooid deelwoord van scheppen , in betekenissen "putten" of "aanrijden"
    • Vrouw geschept op oversteekplaats in Almelo: Op de Violierstraat in Almelo is zaterdagavond de bestuurder van een scooter aangereden. De vrouw is met onbekende verwondingen overgebracht naar het ziekenhuis. [1] 
stellend
onverbogen geschept
verbogen geschepte
partitief geschepts

Bijvoeglijk naamwoord

geschept

  1. aangereden
    • Geschepte fietsster gewond op voorruit roekeloze automobilist: Een 19-jarige fietster is vrijdag geschept door een auto in de Langestraat in Hengelo, waarna ze op de motorkap van de auto belandde en met haar hoofd tegen de voorruit knalde. Ze is gewond naar het ziekenhuis gebracht. De bestuurder is zijn rijbewijs kwijt omdat hij gevaarlijk reed. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord geschept staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.