geschept
Nederlands
Woordafbreking
- ge·schept
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scheppen |
geschept
- voltooid deelwoord van scheppen , in betekenissen "putten" of "aanrijden"
- Vrouw geschept op oversteekplaats in Almelo: Op de Violierstraat in Almelo is zaterdagavond de bestuurder van een scooter aangereden. De vrouw is met onbekende verwondingen overgebracht naar het ziekenhuis. [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | geschept |
verbogen | geschepte |
partitief | geschepts |
Bijvoeglijk naamwoord
geschept
- Geschepte fietsster gewond op voorruit roekeloze automobilist: Een 19-jarige fietster is vrijdag geschept door een auto in de Langestraat in Hengelo, waarna ze op de motorkap van de auto belandde en met haar hoofd tegen de voorruit knalde. Ze is gewond naar het ziekenhuis gebracht. De bestuurder is zijn rijbewijs kwijt omdat hij gevaarlijk reed. [2]
Gangbaarheid
- Het woord geschept staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geschept' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Michel van Ballegooij 19-01-19 Vrouw geschept op oversteekplaats in Almelo
- Tubantia 23-08-13 Geschepte fietsster gewond op voorruit roekeloze automobilist
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.