gehad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gehad    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /χəˈhɑt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɣəˈhɑt/
    • (Limburg): /ɣəˈhɑd/
Woordafbreking
  • ge·had
Woordherkomst en -opbouw

Deelwoord

deelwoord
onverbogen gehad
verbogen -
vervoeging van
hebben

gehad niet-adjectivisch voltooid deelwoord van hebben

  1. vormt alleen de voltooide tijden
    • Hij had vroeger een brommer gehad. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.