gedurfd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·durfd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
durven |
gedurfd
- voltooid deelwoord van durven
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gedurfd | gedurfder | gedurfdst |
verbogen | gedurfde | gedurfdere | gedurfdste |
partitief | gedurfds | gedurfders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gedurfd
- moed verradend of vereisend
- Zij kwam soms met de gedurfdste creaties op de proppen.
Bijwoord
gedurfd
- op een wijze die moed vergt
- Er werd die dag gedurfd gevoetbald.
Gangbaarheid
- Het woord gedurfd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedurfd' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.