garandeerde
Nederlands
Woordafbreking
- ga·ran·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
garanderen |
garandeerde
- enkelvoud verleden tijd van garanderen
- Ik garandeerde.
- Jij garandeerde.
- Hij, zij, het garandeerde.
- Ik garandeerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.