fotokopiëren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·ko·pië·ren, fo·to·ko·pi·eren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fotokopiëren
fotokopieerde
gefotokopieerd
zwak -d volledig

Werkwoord

fotokopiëren [1]

  1. overgankelijk een fotokopie maken van iets
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord fotokopiëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.