fonkelnieuw

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fon·kel·nieuw
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘splinternieuw’ voor het eerst aangetroffen in 1874 [1]
  • [2]
stellend
onverbogen fonkelnieuw
verbogen fonkelnieuwe
partitief fonkelnieuws

Bijvoeglijk naamwoord

fonkelnieuw

  1. (intensief) zeer nieuw, dat het nog zou kunnen fonkelen, gloednieuw

Gangbaarheid

  • Het woord fonkelnieuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.