familien

Deens
Woordafbreking
  • fa·mi·li·en

Zelfstandig naamwoord

familien, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van familie


Noors
Woordafbreking
  • fa·mi·li·en
Naar frequentie 453

Zelfstandig naamwoord

familien, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van familie


Nynorsk
Woordafbreking
  • fa·mi·li·en

Zelfstandig naamwoord

familien, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van familie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.