expedieerden
Nederlands
Woordafbreking
- ex·pe·di·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
expediëren |
expedieerden
- meervoud verleden tijd van expediëren
- Wij expedieerden.
- Jullie expedieerden.
- Zij expedieerden.
- Wij expedieerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.