etiketteert
Nederlands
Woordafbreking
- eti·ket·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
etiketteren |
etiketteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etiketteren
- Jij etiketteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etiketteren
- Hij etiketteert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van etiketteren
- Etiketteert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.