etiketteerde
Nederlands
Woordafbreking
- eti·ket·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
etiketteren |
etiketteerde
- enkelvoud verleden tijd van etiketteren
- Ik etiketteerde.
- Jij etiketteerde.
- Hij, zij, het etiketteerde.
- Ik etiketteerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.