escorteer
Nederlands
Woordafbreking
- es·cor·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
escorteren |
escorteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van escorteren
- Ik escorteer.
- gebiedende wijs van escorteren
- Escorteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van escorteren
- Escorteer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.