emotioneerde
Nederlands
Woordafbreking
- emo·ti·o·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
emotioneren |
emotioneerde
- enkelvoud verleden tijd van emotioneren
- Ik emotioneerde.
- Jij emotioneerde.
- Hij, zij, het emotioneerde.
- Ik emotioneerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.