effectueren
Nederlands
Woordafbreking
- ef·fec·tu·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
effectueren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
effectueren |
effectueerde |
geëffectueerd |
zwak -d | volledig |
- een plan of afspraak werkelijkheid laten worden
- Tot de verrassingen van het jaar 2014 behoort het akkoord dat de Chinese president Xi en zijn Amerikaanse ambtgenoot Obama gisteren sloten over de uitstoot van broeikasgassen. Al zijn er diverse kanttekeningen te plaatsen die het historische karakter van deze deal relativeren. Maar toch. De twee grootste economieën ter wereld, tevens de twee grootste vervuilers, bleken in staat om tot overeenstemming te komen. Althans de presidenten van deze naties; met name in de Verenigde Staten is het twijfelachtig of president Obama de afspraken zal kunnen effectueren. (NRC 13 november 2014).
Gangbaarheid
- Het woord effectueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'effectueren' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.