driehonderdenvier

Nederlands

0304
driehonderdenvier,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·en·vier
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdenvier

  1. "304", langere vorm van driehonderdvier, driehonderd plus vier
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft driehonderdenvier euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenvier. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • driehonderdenvierde

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenvier" ht als linkerdeel

  • driehonderdenvierduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'driehonderdenvier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.