drentelt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dren·telt

Werkwoord

vervoeging van
drentelen

drentelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drentelen
    • Jij drentelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drentelen
    • Hij drentelt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van drentelen
    • Drentelt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.