dorsten
Nederlands
Woordafbreking
- [1] dor·sten
- [2] dors·ten (verleden tijd dorsen)
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verlangen naar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dorsten |
dorstte |
gedorst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
dorsten
- inergatief ~ naar een sterke behoefte hebben aan water
- Na de tocht door de woestijn dorstten zij naar koel water.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dorsen |
dorsten
- meervoud verleden tijd van dorsen
- Wij dorsten.
- Jullie dorsten.
- Zij dorsten.
- Wij dorsten.
vervoeging van |
---|
durven |
dorsten
- meervoud verleden tijd van durven
- Wij dorsten.
- Jullie dorsten.
- Zij dorsten.
- Wij dorsten.
Gangbaarheid
- Het woord dorsten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dorsten' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.