doorweekte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·week·te

Bijvoeglijk naamwoord

doorweekte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van doorweekt

Werkwoord

vervoeging van
doorweken

doorweekte

  1. enkelvoud verleden tijd van doorweken
    • Ik doorweekte. 
    • Jij doorweekte. 
    • Hij, zij, het doorweekte. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.