doorbloed
Nederlands
Woordafbreking
- door·bloed
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van doorbloeden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorbloeden |
doorbloed
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbloeden
- Ik doorbloed.
- gebiedende wijs van doorbloeden
- Doorbloed!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbloeden
- Doorbloed je?
- voltooid deelwoord van doorbloeden
vervoeging van |
---|
doorbloeden |
doorbloed
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbloeden
- ... dat ik doorbloed.
stellend | |
---|---|
onverbogen | doorbloed |
verbogen | doorbloede |
partitief | doorbloeds |
Bijvoeglijk naamwoord
doorbloed [1]
- met bloed doorweekt of doortrokken
- De verpleegkundige verwisselde het doorbloede verband.
Gangbaarheid
- Het woord doorbloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doorbloed' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.