doorbijt
Nederlands
Woordafbreking
- door·bijt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorbijten |
doorbijt
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbijten
- ... dat ik doorbijt.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbijten
- ... dat jij doorbijt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbijten
- ... dat hij doorbijt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.