doodbijt
Nederlands
Woordafbreking
- dood·bijt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doodbijten |
doodbijt
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodbijten
- ... dat ik doodbijt.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodbijten
- ... dat jij doodbijt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodbijten
- ... dat hij doodbijt.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.