dissen
Nederlands
Woordafbreking
- dis·sen
Woordherkomst en -opbouw
- (indirecte belediging) Jamaicaans Engels, waarschijnlijk via de Verenigde Staten naar Nederland gekomen.
Zelfstandig naamwoord
dissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dis
dissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord diss
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dissen |
diste |
gedist |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
dissen
- overgankelijk indirect beledigen door gebruik van daarvoor geschikt taalgebruik of gedrag[1]
- Waarom loop je me zo te dissen?
Gangbaarheid
- Het woord dissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dissen' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.