disperse

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·per·se

Bijvoeglijk naamwoord

disperse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van dispers


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
dispersar

disperse

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dispersar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dispersar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dispersar
vervoeging van
dispersarse

disperse

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dispersarse
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dispersarse
  1. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dispersarse
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.