dispenseerde
Nederlands
Woordafbreking
- dis·pen·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dispenseren |
dispenseerde
- enkelvoud verleden tijd van dispenseren
- Ik dispenseerde.
- Jij dispenseerde.
- Hij, zij, het dispenseerde.
- Ik dispenseerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.