dirigeerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·ri·geer·den

Werkwoord

vervoeging van
dirigeren

dirigeerden

  1. meervoud verleden tijd van dirigeren
    • Wij dirigeerden. 
    • Jullie dirigeerden. 
    • Zij dirigeerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.