dimorf
Nederlands
Woordafbreking
- di·morf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘in twee kristalvormen voorkomend’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- met het voorvoegsel di- met het achtervoegsel -morf [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dimorf | dimorfer | dimorfst |
verbogen | dimorfe | dimorfere | dimorfste |
partitief | dimorfs | dimorfers | - |
Gangbaarheid
- Het woord dimorf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dimorf' herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.