dichttimmerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·tim·mer·den

Werkwoord

vervoeging van
dichttimmeren

dichttimmerden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van dichttimmeren
    • ...dat wij dichttimmerden. 
    • ...dat jullie dichttimmerden. 
    • ...dat zij dichttimmerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.