deugt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deugt

Werkwoord

vervoeging van
deugen

deugt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deugen
    • Jij deugt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deugen
    • Hij deugt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van deugen
    • Deugt! 
    • Als je nergens voor deugt, kun je altijd nog jihadist worden 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.