deporteerde
Nederlands
Woordafbreking
- de·por·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deporteren |
deporteerde
- enkelvoud verleden tijd van deporteren
- Ik deporteerde.
- Jij deporteerde.
- Hij, zij, het deporteerde.
- Ik deporteerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.